|
||||||||
Benin, dat we vroeger kenden als Dahomey, is een relatief klein West-Afrikaans landje, ingebed tussen Togo, Niger, Burkina Faso en Nigeria en met wel veertig verschillende ethnieën in zijn bevolking van ruim tien miljoen inwoners, waarvan veertig procent onder de armoedegrens leven. Op het muzikale vlak kennen we hier in het Westen van Europa nauwelijks iets uit Benin, uitgezonderd Angélique Kidjo en, voor de meer gevorderden, het Orchestre Poly-Rythmo de Cotonou, maar daar zou, met dit project -plaat, documentaire, opvoedkundig programma in één- wel eens verandering kunnen inkomen. Het project werd opgezet door Radio France en de EBU en het verzamelt zeven muzikanten en zangers/zangeressen, die één doel voor ogen hadden: de veelkleurige en veeltonige muziek, die Benin rijk is uit verleden, heden en toekomst, bijeenbrengen en bereikbaar maken voor een publiek dat er tot nu toe slechts zelden of nooit mee in contact kwam. Gelet op de smeltkroes van volken, godsdiensten en culturen die Benin is, betekent dat voor deze CD -er staan negen nummers op, die samen afklokken op 33 minuten-, dat je zowel voodoo als gospel te horen krijgt, dat de afrobeat en de rock, gospel en blues nooit veraf zijn en dat jazz zowat de constante is, al zijn ook hip-hop en elektro nadrukkelijk aanwezig. Met zoveel ingrediënten, zou je een onsamenhangende brij kunnen verwachten, maar laat dàt nu net hetgene zijn, wat nadrukkelijk vermeden wordt door het productieteam van World Tour Productions en Togezer Productions, geleid door Jérôme Ettinger: met negen aanwezige vocalisten en drie percussionisten, laat het zich raden dat de zangpartijen met veel zorg uitgewerkt en begeleid worden en dat is precies de sterkte van de plaat. Nu eens wordt er redelijk razend gerockt, zoals in “Benin Tovilé”, dan weer worden traditioneel klinkende vrouwenstemmen netjes gecombineerd met rapteksten, zoals in “The Benin Atmosphere”, dat mij op meer dan één moment doet denken aan wat Peter Gabriel ooit deed. Waar “Allons Danser” voor staat, laat zich raden, net zoals je nauwelijks een tekening nodig hebt om aan te voelen wat “Voodoon Space” herbergt, maar dan heb ik de beste tracks nog niet vermeld: “Achika Wôgo” en “Teoun Teoun”, twee rustige, trage tracks, die de echte kracht van de band uitdrukken: heel fijne zang , subtiele percussie en een sfeerschepping, die op elk podium zal aanslaan. Deze BIM #1 is een erg fijne kennismaking met een collectief-met-een-project, waarbij de muzikale kwaliteit nochtans niet ondergesneeuwd wordt door de goede bedoelingen, die erachter zitten. Nee, dit is objectief een heel knappe, rijke en gevarieerde plaat, die maar één minpuntje kent: ze is gewoon te kort en ik kijk dan ook nu al uit naar een mogelijke opvolger. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||